De eerste maanden van het jaar had ik regelmatig een pesthumeur. Waar het nu precies aan te wijten was, geen idee. Het weer werkte in ieder geval niet mee en het schaarse licht maakte mijn alle-kleuren-van-de-regenboog kapsel er niet beter op. Let wel: het was nog voor alle ellende met Oekraïne (laten we het daar maar niet over hebben).
Nu ben ik over het algemeen een optimist en lang duren die buien dus niet. Het slechte humeur nam dit keer echter in plaats van een paar uurtjes meerdere dagen in beslag. Wat soms kan helpen tegen zo’n bui is een bezoekje aan je kapper, dus een afspraak was snel gemaakt. In de zaak van Kees de Kapper is het fijn vertoeven, dus ik kon me rustig op het doel concentreren. Hoe zou ik het nu eens laten knippen? Ergens in mijn hoofd rijpte de gedachte om maar eens voor een bobje te gaan.
Thuis flirtte ik eerder al met een fake bob, dat wil zeggen, mijn lange haar stopte ik in de kraag van mijn coltrui zodat ik een indruk kreeg van hoe dat zou staan. Echt Franse chic, koket….volgens mij zou dat goed uitpakken.
Strakke bob
Enfin, na overleg (tja, wil je een wat lievere uitstraling of een strak zakelijke – zo redeneerde Kees) besloot ik er flink de schaar in te laten zetten. Tenslotte moeten die laatste stuiptrekkingen er een keer uit. Terwijl Kees zijn beste beentje voorzette en me van een uiterst strakke bob voorzag zag ik een slagveld van roodbruinblonde plukken haar rondom mijn stoel verschijnen. Ik moet zeggen: het eindresultaat beviel me prima! De spiegel toonde een pittig Frans typje (weliswaar op leeftijd, maar och..) en ik ging enthousiast huiswaarts, waar de complimenten me om de oren vlogen.
Zelf was ik ook erg te spreken over de coupe. Los daarvan was het nog gekleurde haar behoorlijk gereduceerd. De eerste dagen experimenteerde ik me rot (supersteil, krullend, met en zonder haarband) en ook na het wassen bleek dat Kees echt zijn best had gedaan. Alles zat perfect op zijn plek. Prima zet dus, ware het niet dat ik bij het uitlaten van de hond steeds de wind in mijn blote nekje voelde blazen.
Opsteken? Vergeet het maar….
Waar ik ook wat minder aan kon wennen was het feit dat ik het nu niet kon opsteken (iets wat ik graag doe). Op de bank ’s avonds gingen mijn vingers gewoontegetrouw richting nek om een rebels haarspeldje op zijn plaats te duwen….wat er nu natuurlijk niet zat. In plaats daarvan trof ik wat donzige babyhaartjes en vlak daarboven de kaarsrecht gestileerde onderkant van mijn bob. Op oorhoogte wel te verstaan. Maar goed, kwestie van wennen.
Inmiddels zijn we een aantal weken verder en is Bob een beetje een eigen leven gaan leiden. Omdat we voor een aantal weken in Frankrijk zitten en ik liever niet te veel troep mee wil slepen, heb ik de krultang thuisgelaten. Immers, een beetje leave-in conditioner en een stralend voorjaarszonnetje…nonchalante vakantiecoupe (lees: messy bob) gegarandeerd. Dacht ik. Jammer genoeg laat het echte voorjaarsweer nog even op zich wachten.
Bob en een regenbui zijn geen goede vrienden. Bob zonder stijltang doet het hier ook niet zo lekker. Het vochtige weer zorgt daarnaast voor weerbarstige zilvertjes, die zich absoluut niet in model laten duwen en soms recht overeind staan. Bob zonder strakke contouren (want iets langer) is ook wat minder ravissant…..Eerlijkheidshalve: het is nu vlees noch vis.
Zoals je weet heeft ieder nadeel echter ook zijn voordeel: met slechts 5 haarspeldjes en wat kunst- en vliegwerk ben ik inmiddels weer in staat een (fake) Franse wrong te creëren. Er groeit weer haar in mijn nek, hoera!


